top of page

Prinses Beatrix der Nederlanden

download.jfif

Beatrix Wilhelmina Armgard, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, Prinses van Lippe-Biesterfeld (Baarn31 januari 1938) was van 30 april 1980 tot en met 30 april 2013 Koningin van Nederland. Zij is het oudste kind uit het huwelijk van koningin Juliana der Nederlanden en prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld en sinds 2002 weduwe van prins Claus der Nederlanden.

Jeugd

Beatrix heeft drie zussen: Irene (1939), Margriet (1943) en Christina (1947-2019), evenals twee halfzussen: Alicia de Bielefeld (1952) en Alexia Grinda (1967). Gedurende de eerste acht jaar van haar leven werd zij verzorgd door Sophia Feith.

Tweeënhalf jaar na haar geboorte vielen op 10 mei 1940 de Duitsers Nederland binnen en werd het land betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Met haar grootmoeder koningin Wilhelmina, haar ouders en zusje Irene vluchtte Beatrix na enkele dagen met de boot naar Engeland. In juni reisde zij met haar moeder en Irene door naar Canada, waar zij de rest van de oorlog 

Auteursrecht © RVD - Jeroen van der Meyde

bleef wonen In de zomer van 1945 keerde het gezin, samen met Margriet die in 1943 in Canada was geboren, terug naar Nederland en keerde terug naar het paleis in Soestdijk.

Ter gelegenheid van haar achttiende verjaardag kreeg zij als nationaal geschenk het stalen jacht De Groene Draeck cadeau, dat overigens pas een jaar later het water in ging. De koninklijke familie vaart er nog steeds mee. Op 7 februari 1956 werd Beatrix als 'vermoedelijke erfgename van de kroon' geïnstalleerd als lid van de Raad van State, het hoogste adviescollege van de regering. In juni dat jaar behaalde zij haar diploma gymnasium-A.

Vervolgens vertrok Beatrix naar Leiden, waar zij aan het Rapenburg ging wonen en aan de Universiteit Leiden ging studeren. Zij werd er net als haar moeder lid van de 'Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden'. Beatrix verlangde dat haar mede-studenten haar normaal zouden behandelen en haar niet aanspraken met Koninklijke Hoogheid. Haar opleiding was gericht op haar toekomstige werkzaamheden als staatshoofd. De eerste jaren volgde zij colleges in de theoretische en toegepaste sociologie, economie, parlementaire geschiedenis, rechtswetenschap en staatsrecht. Later in Europees recht, volkenrecht, geschiedenis, het Statuut van het Koninkrijk, actuele internationale staatkunde en de cultuur van Suriname en de Nederlandse Antillen.

Huwelijk

Zaterdag 1 mei 1965 om negen uur 's morgens werd Beatrix bij kasteel Drakensteyn hand-in-hand gefotografeerd met een tot dan bij de Nederlandse media onbekende man die Claus von Amsberg bleek te heten.  Ze werden op 6 mei voor het eerst gepubliceerd door de Britse krant Daily Express, gevolgd door dagblad De Telegraaf.

Er ontstond grote commotie toen bleek dat Claus een Duitser was en lid was geweest van de Hitlerjugend. Een commissie onder leiding van historicus Loe de Jong van het toenmalige Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie onderzocht het oorlogsverleden van Claus. De uitkomsten werden als niet belastend beoordeeld. Door alle commotie voelde het stel zich gedwongen een versnelde beslissing te nemen en op 28 juni 1965 werd door koningin Juliana de verloving bekendgemaakt.

Beatrix en Claus bleken elkaar op oudejaarsavond 1962 voor het eerst ontmoet te hebben op een feestje in Bad Driburg. Anderhalf jaar later volgden ontmoetingen rond het huwelijk van prinses Tatjana zu Sayn-Wittgenstein en Maurits Prinz von Hessen. Nederlandse journalisten bespiedden Beatrix en Claus op een wintersportvakantie, maar omdat gedacht werd dat Claus voor een huwelijkspartner een te lage maatschappelijke functie had, werd er geen serieus werk gemaakt van zijn aanwezigheid. De Nederlandse samenleving bleef verdeeld over de verloving met een Duitser, relatief kort na de Tweede Wereldoorlog. Toen bekend werd dat het huwelijk zou plaatsvinden in Amsterdam, vonden de drie Joodse kerkorganisaties in Nederland dit een belediging aan het adres van de Nederlandse Joden die tijdens de oorlog vooral vanuit Amsterdam naar Duitse concentratiekampen waren gedeporteerd.

Op 10 maart 1966 werd het burgerlijke huwelijk in het stadhuis van Amsterdam voltrokken door de burgemeester van Amsterdam. Dezelfde dag werd het huwelijk kerkelijk ingezegend in de Westerkerk. De kerkdienst werd geboycot door de vertegenwoordigers van de drie Joodse kerkgenootschappen. Tijdens de twee rijtoeren met de Gouden Koets werden door omstanders rookbommen tot ontploffing gebracht als protest tegen het huwelijk.

Aftreding

Op 28 januari 2013 kondigde de koningin in een korte tv-toespraak haar aftreding aan op 30 april 2013. Zij gaf aan dat zij het een goed moment vond om af te treden, aangezien zij in 2013 75 jaar zou worden en later dat jaar herdacht zou worden dat Nederland tweehonderd jaar een koninkrijk is.

Daarnaast gaf zij aan, dat de verantwoordelijkheid van het land "in handen van een nieuwe generatie moet liggen". Beatrix beklemtoonde dat zij niet aftrad omdat de taak haar te zwaar zou zijn geworden, de reden die haar moeder gaf toen die in 1980 haar troonsafstand aankondigde.

De troonopvolger was haar oudste zoon Willem-Alexander. Op de avond vooraf aan haar aftreding werd via de Nederlandse televisie en radio een opgenomen afscheidstoespraak van haar uitgezonden, gericht tot het volk, waarin zij vooral inging op de staatsrechtelijke positie van het staatshoofd en aangaf dat de geschiedenis wellicht zal uitwijzen dat haar keuze voor prins Claus als echtgenoot als de beste beslissing uit haar leven beoordeeld zal worden.

Sinds haar aftreding heeft Beatrix de titels Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau en Prinses van Lippe-Biesterfeld met het predicaat Koninklijke Hoogheid. Sinds 4 februari 2014 woont zij officieel weer in Kasteel Drakensteyn. Het pand Noordeinde 66 in Den Haag is sinds 2014 haar pied-à-terre. Het is sindsdien tevens de plek voor haar secretariaat.

©2020 door Royally Dutch. Met trots gemaakt met Wix.com

bottom of page